dinsdag 6 september 2016

Kinderpraat en mijmeren over het verleden

Mijn oudste zoon is al zeventien en een half en haalde net zijn theoretisch rijexamen (oh jee paniek, binnenkort is die met mijn auto weg!). Als ik geen foto's zou hebben van toen hij nog klein was zou ik bijna niet meer geloven dat hij ooit een baby'tje is geweest... Hij is een stuk groter dan mij (gelukkig), maar net nog een tikkeltje kleiner dan mijn man  (die dat volgens mij stiekem helemaal niet zo erg vindt)

De tijd glipt door je handen, het is een cliché maar toch zo waar. Toen mijn kids klein waren dacht ik vaak 'dit mag ik nooit vergeten'. Natuurlijk staan er veel momenten in mijn geheugen gegrift, maar nog veel meer dingen ben ik gewoon keihard vergeten. Foto's helpen vaak om het geheugen wat op te frissen, maar toch...  het moment zelf komt nooit meer terug. Ik ben trouwens geen mens dat uren weemoedig in foto albums gaat bladeren. Toch maak ik vrij veel foto's, om ze achteraf (bijna) nooit meer te bekijken... Raar trekje van mezelf, vind je niet?


Ik ben van mening dat een mens niet teveel in het verleden moet leven. Het verleden is voorbij en daar kunnen we toch niets meer aan veranderen. De toekomst heb je ook maar in beperkte mate in de hand. Dat begin ik meer en meer door te krijgen de laatste tijd. Vroeger kon ik me heel erg druk maken over dingen als: 'wat moet ik doen als ik mijn werk verlies?' of 'wat als één van mijn kinderen niet kan volgen op school?' Maar ook over puur praktische zaken kon ik lang piekeren zoals: 'stel dat ik pech heb met mijn auto en ik ben net mijn gsm thuis vergeten'.

Tegenwoordig heb ik door dat je druk maken over zulke zaken eigenlijk in de meeste gevallen puur tijdverlies is. Meestal gebeuren de dingen waar je voor vreest niet, en soms gebeuren er dingen die je helemaal niet had verwacht of nooit had kunnen voorzien. Je hebt het leven nu eenmaal nooit volledig in de hand en als problemen zich stellen kan je nog altijd een oplossing zoeken. Meestal lukt dat ook, maar sommige problemen zijn nu eenmaal niet op te lossen en dan zit er niets anders op dan ze proberen te aanvaarden.

Mijn punt is dus eigenlijk: piekeren over wat er allemaal kan misgaan in de toekomst is verspilling van je kostbare tijd... tijd die nooit meer terugkomt! Ik vertel dat hier allemaal wel heel stoer, maar ik moet toegeven dat het voor mij ook een heel leerproces is geweest om dit door te krijgen, en bovendien ben ik er bijlange nog niet. Ook ik heb nog regelmatig periodes waarin ik veel te veel pieker en daar mijn dag of nacht door laat vergallen.

Natuurlijk moet je ook wel wat vooruitziend zijn om bepaalde problemen in de toekomst te voorkomen, dingen die je wel in de hand hebt. Zo is het fijn om een spaarpotje te hebben voor als je wasmachine stuk gaat, verder kan je ook beter je kinderen (en jezelf) goed beschermen in de zon om te voorkomen dat hun huid schade oploopt en je gordel in de wagen dragen zou vanzelfsprekend moeten zijn... Zo zijn er veel dingen die je kan doen om de kans op onheil zo veel mogelijk te beperken, maar volledig uitsluiten kan je het natuurlijk nooit.

Vooral leven in het nu, dat is iets waar ik naar wil streven. Desalniettemin wil ik sommige dingen uit het verleden nooit vergeten, en soms heb ik wel wat spijt dat ik niet meer heb opgeschreven. Vooral dan de grappige uitspraken van mijn kinderen. Je denkt: ik schrijf dat straks wel op en voor je het weet is het uit je gedachten...

Daarom trakteer ik jullie nu op enkele leuke uitspraken die ik onlangs hoorde van mijn vijfjarig zoontje. Dan staan ze gelijk genoteerd en kan ik ze nooit meer vergeten!



  • Toen ik zei tegen mijn zoontje dat het tijd was om te gaan slapen, antwoordde hij mij: 'Neen mama, ik hoef nog niet te gaan slapen, ik ben een volwassen kabouter!'
  • 'Krijg ik een vriendenboekje mama?' vroeg zoonlief me. 'Ja, hoor, dan zullen we er eens eentje kopen', antwoordde ik. 'Maar dan moet Jezus ook wel in mijn vriendenboek schrijven hé!' zei hij. 'Waarom?' antwoordde ik verbaasd. 'Jezus is toch de vriend van elk kind' antwoordde hij bloedserieus. Dan weet je dus dat je kind op een katholieke school zit ;-)
  • Ook over het nieuws en de actualiteit vangt hij af en toe wel eens iets op. Ik probeer hem hiervoor zoveel mogelijk af te schermen omdat ik hem nog veel te jong vind voor bepaalde informatie, maar sowieso lukt dat nooit volledig. Toen hij iets hoorde over vluchtelingen, zei hij: 'Ik vind dat zo erg mama, kunnen we die mensen niet bij ons thuis laten wonen?' 'Maar waar moeten die dan allemaal slapen?' vroeg ik. 'Bij jou in bed hé mama, dan moet papa maar op de zetel slapen!' Sorry jongen, maar ik vrees dat dat ook geen oplossing gaat zijn.


maandag 5 september 2016

Mijn kind is de slimste, de mooiste, de beste!

Zo, de scholen zijn weer begonnen! Sommige mama's en papa's slaken een kreet van opluchting als ze hun kroost opnieuw kunnen afzetten aan de schoolpoort, anderen vinden het jammer dat de vakantie zo snel voorbij is gevlogen...
Ikzelf vind het enerzijds wel een beetje spijtig dat die mooie zomer weer voorbij is (geen huistaken of proefwerken, geen kinderen 's morgens achter de veren zitten, niet snellen naar de hobby's na een drukke schooldag, ...), anderzijds ben ik toch ook wel blij met het ritme en de structuur die het schoolleven biedt.

Onze jongste is nu officieel kleuter af, want hij gaat naar de lagere school! Dat is best een grote stap: voor hemzelf, maar ook voor ons als ouders.
Jahaaa, want in de grote school gaat het gebeuren! Lezen, schrijven en ja...  ook rekenen natuurlijk. Dat is allemaal heel erg spannend voor zo'n kind. Gelukkig beseffen ze in de meeste scholen dat zo'n 5- of 6-jarig kind nog heel veel ruimte nodig heeft om te spelen en wordt daar ook voldoende aandacht aan besteed. Een kind moet zich immers in eerste instantie goed voelen in de klas, en dan  kan het pas tot leren komen!

Mijn zoontje is gelukkig erg enthousiast aan deze grote stap begonnen. Laten we hopen dat het zo blijft, want leren gaat met vallen en opstaan, en voor de meeste kinderen vraagt leren nu eenmaal een inspanning.
Nochtans krijg ik tegenwoordig de indruk - als ik moet afgaan op alle verhalen die ik hoor - dat minstens 80 procent van de kinderen hoogbegaafd, of toch tenminste bovengemiddeld begaafd zijn. Puur statistisch gezien kan dit niet, want de meerderheid van de de mensen moet het stellen met een gemiddeld IQ. Ik snap niet waarom zij persé een kind willen dat het véél beter doet dan de rest. Alsof het voor mensen die (echt) hoogbegaafd zijn zo makkelijk is...

(Ik wil het hier uiteraard niet hebben over de ouders met een hoog- of bovengemiddeld begaafd kind, maar over de opscheppers die de capaciteiten van hun kind overschatten en er vaak zelfs ronduit over liegen)

Ik krijg de kriebels van het soort ouders dat niet anders doet dan hun kinderen bewieroken: hun kinderen konden al lopen op 10 maanden (wat zeg ik, 9 maanden!), konden uiteraard al lezen, schrijven én rekenen voor ze naar de lagere school gingen en zijn vanzelfsprekend ook de beste in sport. Bovendien zijn ze veel mooier dan de andere kindjes van hun klas.

Nu mag een ouder best fier zijn op zijn kinderen. Ik ben ook apetrots op mijn drie kinderen! Maar waarom ben ik trots? Niet omdat ze de beste punten halen van de klas , niet omdat ze uitblinken in een welbepaalde sportdiscipline of omdat ze razend knap zijn... neen mijn kinderen scoren 'gemiddeld' op de meeste vlakken en daar is niets mis mee! Zelfs al waren ze de 'zwakste' van de klas, dan nog zou ik fier op hen zijn.

Ik ben trots op mijn kinderen omdat ze een spin die in een hoekje van de woonkamer zit, voorzichtig in een papiertje vangen om ze dan ongeschonden buiten te zetten. Omdat ze het opnemen voor een vriendinnetje dat gepest wordt. Omdat ze toch nog een 6,5 op (het gehate) Frans halen omdat ze zo hard gestudeerd hebben. Omdat ze het verdwaalde stuk van twee euro -  dat nog ergens in de badkamer rondslingerde omdat het waarschijnlijk uit mijn broekzak was gevallen - komen brengen in plaats van het stiekem te houden... Er zijn zo veel dingen om trots te zijn!

Maar zelfs een kind dat af en toe liegt (doen ze dat allemaal niet?), dat een jaartje (of zelfs twee jaartjes) moet overzitten of dat wel eens een brutale mond durft op te zetten, blijft nog steeds een kind waar we trots op kunnen zijn. Het blijft een kind waar we in moeten blijven geloven.

Ik heb jaren gewerkt met mensen met een mentale en/of fysieke beperking en één van de dingen die me altijd is bijgebleven is dat ouders die in hun kind geloven en er trots op zijn het vleugels geven. Kinderen die aanvaard worden zoals ze zijn worden meestal gelukkige volwassenen die stevig in hun schoenen staan.
Het tegendeel hiervan heb ik in mijn vroegere werkomgeving jammer genoeg ook gezien: ouders die de beperking van hun kind niet kunnen aanvaarden. Dit leidt vaak tot zware emotionele problemen. Niet alleen het kind, maar ook de ouders worden er doodongelukkig van.
Vanwaar komt toch het waanidee dat een mens meer waard zou zijn als hij slim, sportief of mooi is? Ik heb zoveel geleerd van deze mensen met - volgens de buitenwereld - een beperking. De manier waarop zij in het leven staan kan soms zo puur, onbevangen en verfrissend zijn. Waarom kijken we niet meer naar wat iemand wél kan (al is dat in onze ogen misschien maar iets heel kleins), dan altijd maar te focussen op wat iemand niet kan of wat afwijkt van de 'norm'.

Soms denk ik dat de ouders die hun kinderen op een voetstuk plaatsen, net de ouders zijn die hun eigen onzekerheden willen compenseren door middel van hun nageslacht. Hoe moeilijk moet het voor een kind niet zijn om altijd maar te moeten voldoen aan de (hoge) verwachtingen van zijn ouders?

Ik heb van mijn kinderen geleerd dat zij hun eigen weg moeten volgen. Dat ze moeten doen wat ze graag doen en waar ze in geloven, ook al had ik in mijn hoofd misschien andere plannen voor hen...